‘WONINGCORPORATIES ZIJN EENHEIDSWORSTEN….’

In een eerdere blog schreef ik over ‘Vitaliseren van het sociaal kapitaal in Nederland’. Het boek van Joost Spithoven. Op een seminar trof ik de auteur. Beiden presenteerden we er onze visies. Na afloop dronken we samen een kopje koffie. Ik vroeg Joost wat woningcorporaties nou aan zijn voortreffelijke boek kunnen hebben. Dit was de aanzet voor Joost om met overgave en enthousiasme een totaal nieuw perspectief voor corporaties te, schetsen.
Een verhaal voorbij de arrogantie van de macht, voorbij de huurders als woonconsument, voorbij consumentisme en doorgeschoten marktwerking.

…Joost wat mij opvalt is dat corporaties zich feodaal gedragen. Zij hebben de macht, zij bepalen de huur, het onderhoud, wat en hoeveel er gebouwd wordt en het product vermarkten ze aan de consument die weinig te kiezen heeft. En huurdersorganisaties mogen meepraten over beleidskwesties die besturen dicteren.

Joost knikt: ‘We weten dat woningcorporaties na de tijden van fusies, schaalvergrotingen, doorgeschoten marktwerking en een rigide wettelijke regime zijn verworden tot eenheidsworsten. De ziel van de sociale volkshuisvesting lijkt verdreven uit de woningcorporaties. De binding met de huurders is getechnocratiseerd. Wat weten bestuurders, managers en medewerkers nu echt nog over de woonbeleving van huurders; over hun eigenwaarde en hun mogelijke behoeften aan zelforganisatie? Een lager inkomen van huurders of mogelijke sociale kwesties die spelen tussen bewoners in de buurt zeggen niets over de talenten en de nodige kracht waarover deze mensen wel beschikken. Het is aan woningcorporaties om in aansluiting op de diversiteit en identiteiten van huurders, zelf weer een duidelijke sociale identiteit te ontwerpen. Het begint met beleving, wat willen we met elkaar als huurders en verhuurder? Welke talenten kunnen over en weer worden ingezet om samen de maatschappelijke vraagstukken vanuit en rondom de woningen in de buurt beter tot geaccepteerde oplossingen te brengen.

Het gaat erom niet meer vóór de mensen te denken maar mèt de mensen. Wat zijn hun problemen, wat zijn hun ambities, hoe willen ze leven en wonen en samen oplossingen bedenken. Dit is een totaal nadere attitude dan denken in markten, producten en diensten.

…Je hebt het over vitaliseren, talenten, het samen oplossen van problemen. Wat kun je daar nog meer over zeggen?

‘Bij het vitaliseren van het sociaal kapitaal staat ieders talent centraal. Vanuit talentontwikkeling bij huurders en medewerkers van de woningcorporatie. Inspelen op bewegingen en trends. Het boek vraagt aandacht voor het ontsluiten van het menselijk talent, dat overal en altijd om ons heen is. Het vergt een openhartigheid, die nu toch vaak uit de weg wordt gegaan. Neem nu wèl eens de tijd en moeite om iemand vanuit de juiste ingang te benaderen en daadwerkelijk in zijn kracht te helpen zetten. Aansluiten op de behoeften en drijfveren van mensen is cruciaal. Het boek biedt hiervoor een moderne gereedschapskist met zingevings- en leerprocessen’.

…Je visie prikkelt, daagt uit, maar hoe pas je dit nu toe in de dagelijks hectische praktijk?

‘Er komen momenteel heel wat thema’s voorbij, die vragen om anders kijken en anders samenwerken als woningcorporatie. Denk aan vergrijzing, vereenzaming, woonzorgvraagstukken, segregatie, krapte op de sociale huurmarkt, leefbaarheid en sociale cohesie. Voordat hier nu weer (te) snel met beleidsuitspraken en prestatieafspraken binnen de muren van de woningcorporatie bepaald wordt hoe dat zal worden aangepakt, is het zaak eerst met de huurders in contact te komen. Op basis van verhalen en open vragen luisteren wat hen op deze punten bezighoudt, wat voor hen belemmeringen zijn, maar ook waar zij kansen zien. Op een integere en openhartige wijze. Om te komen tot participatie en sociale innovatie zijn twee vragen essentieel:
1. hoe kunnen bewoners invulling geven aan hun omgeving op basis van ‘zo willen wij leven in de openbare ruimte’;
2. hoe kan daarop aansluitend door bewoners in hun buurt ontdekt worden hoe gewerkt kan worden aan ‘zo willen wij samenleven en de samenredzaamheid met voorzieningen invullen’.
De woningcorporatie kan voor het invullen van deze vragen gegadigden mobiliseren die nu al actief zijn in diverse netwerken in de wijk. Waar nodig ze ondersteunen om hun talenten energiek in te kunnen zetten. Het is juist de energie die vrijkomt tussen mensen, die maakt dat er een nieuw of steviger sociaal weefsel tot stand komt. Precies wat we willen, als we het hebben over talenten, diversiteit en sociale cohesie.

Sociale innovatie vanuit talentontwikkeling vergt niet alleen anders kijken voor de woningcorporatie, maar ook anders samenwerken: samenwerken met bewoners en met andere organisaties in de buurt. Samenwerken met die partijen, die kunnen aansluiten op de vragen en behoeften van bewoners. Het is van belang dat gemotiveerde corporatiemedewerkers in dit speelveld ook hun menselijke talenten kunnen uitproberen en daar voldoende voor worden vrijgemaakt. Zodat de corporatiemedewerkers geïnspireerd mee kunnen werken aan het faciliteren en vitaliseren van de bewoners’.

%d bloggers liken dit: