Blog over vitaliseren van sociaal kapitaal
Gisteren werd ik bij het lezen van de Volkskrant geboeid door twee verschillende artikelen. Een artikel over overbelaste huisartsen in de ongezondste Utrechtse wijk Overvecht en het ingezonden stuk van Micha de Winter (lector Jeugd Hogeschool Utrecht) over de stadsschool. De belangrijkste overeenkomst tussen beide onderwerpen: de onderliggende segregatie in onze Nederlandse samenleving. Een stille segregatie, waarschijnlijk in wezen onbedoeld. Maar wel met het risico dat het ‘opknippen’ van de samenleving steeds groter- en daardoor venijniger wordt.
Van de bijna 34.000 Overvechtsers heeft de helft een migratie-achtergrond, is bijna de helft laagopgeleid en heeft 40% moeite om rond te komen. Ze hebben vaker stress over werk of schulden en houden er een ongezondere levensstijl op na. Door de glijbaan van ongezondheid gaan de tegenslagen niet alleen meer tussen de oren, maar ook in het lijf zitten. Met als gevolg vroegtijdige chronische ziekten en een gemiddelde levensverwachting als inwoner van Overvecht van 59,7 jaar.
Micha de Winter geeft aan dat scholieren ook steeds meer in hun eigen bubbel leven. Kinderen die opgroeien in een well-to-do wijk als het Utrechtse tuindorp hebben een zeer geringe kans om in contact te komen met leeftijdgenoten aan de andere kant van de weg of spoorlijn waar in een wijk als Overvecht achterstand troef is. De Winter constateert dat het basisonderwijs inmiddels net zo naar kleur en opleidingsniveau gesegregeerd is als de wijken waarin de scholen staan.
Het gaat hier over verschillende sociale netwerken, waar mensen van jong tot oud deel van uitmaken. Een sociaal netwerk wordt gedefinieerd als ingebed zijn in een geheel van mensen, dat rechtstreeks min of meer duurzame banden met elkaar onderhoudt voor de vervulling van de dagelijkse levensbehoeften. Door deze onderlinge relaties draagt het sociaal netwerk dan in de regel bij aan het welzijn van mensen. De meeste mensen hebben een individueel sociaal netwerk dat bestaat uit personen die op hen lijken, qua positie, inrichting van het leven en inkomensniveau. Hun netwerk geeft ook uitdrukking aan hun identiteit. Ze vormen onderdeel van een groep mensen waar ze op lijken.
Als het aankomt op het leefbaar houden van een samenleving in zijn geheel en het vitaliseren van het sociaal kapitaal daarbinnen, dan zijn twee soorten van bindingen tussen mensen van belang. Sociaal kapitaal ontstaat namelijk door twee verschillende bindingsprocessen: ‘bonding & bridging’. ‘Bonding’ staat dan voor de verbinding tussen mensen in een sociaal netwerk, die zich in elkaar herkennen, terwijl het bij ‘bridging’ gaat om het overbruggen van afstand tussen mensen, die tot verschillende sociale netwerken behoren.
Bij sterke banden binnen het netwerk (bonding) blijft de informatie daarbinnen. Sterke banden in het eigen netwerk worden meestal als positief gezien, maar opvallend genoeg worden nu via zwakke banden bruggen geslagen naar andere netwerken (bridging). Juist in een uitgestrekt netwerk van zwakkere sociale contacten is er een veelheid en variatie aan informatie. Deze zwakke banden blijken dus waardevol voor de informatieoverdracht over andere manieren van leven en levensopvattingen te ontdekken.
Met deze kennis is het zaak de (stille) segregatie een halt toe te roepen en weg te werken. Anders dreigt de segregatie alleen maar groter te worden in de huidige Nederlands samenleving, door het ontbreken van middengroepen (terugloop brede volkspartijen, kerkgenootschappen en verenigingen). Het is belangrijk om het opknippen te gaan ‘doorknippen’ Er zijn daartoe op een andere wijze
dwarsverbindingen nodig voor contacten tussen mensen uit de verschillende sociale netwerken, om talentontwikkeling en maatschappelijke kansen te vergroten. Ontmoetingen die mensen empoweren en energie geven, in plaats van ontmoedigen en uitblussen. Het vergt in een aantal situaties het organiseren van (geluk bevorderende) interventies, die gebaseerd zijn op een combinatie van veiligheid, plezier en inspiratie.
Om kinderen te leren de brug naar anderen over te steken spreekt Micha de Winter van nieuwe arrangementen in het onderwijs, door hem aangeduid als de ‘stadsschool’. Daarmee op structurele wijze uitwisseling creëren tussen groepen van leerlingen, die elkaar niet meer vanzelf in de huidige samenleving tegenkomen. Waarbij de ouders van deze kinderen meegenomen horen te worden om de zin en het belang van deze uitwisseling in te zien.
Als het gaat om de bevordering van de gezondheid van bewoners in een wijk als Overvecht dan zullen er tussen de leefsystemen van de verschillende gezinnen en de organisatiesystemen van de verschillende lijns-voorzieningen interferentiegebieden tot stand horen te komen. Zeg maar het inrichten van sociale zones met professionals en gekwalificeerde vrijwilligers, die dichtbij de verschillende huishoudens gezondheid bevorderende en talentversterkende interacties helpen ondersteunen.
Tegengaan van segregatie in Nederland gaat de nodige zingevings- en leerprocessen vergen. Daar is geld voor nodig, zoals dat ook het geval zijn bij het doorvoeren van maatregelen op het vlak van gezondheid. Maar er is zeker ook behoefte aan politiek en maatschappelijk leiderschap om de bestaande systeemverantwoordelijkheden anders in te richten ter voorkoming van verder opknippen van de samenleving. Het wordt interessant om te zien hoe de komende weken op dat vlak de politieke discussies zich ontwikkelen richting de verkiezingen. Was het maar zo simpel dat met het beschikbaar stellen van € 2 miljard voor de verpleeghuizen Nederland weer spik en span is!
7 februari 2017 Joost Spithoven